Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [48]Werp uw zorg op den HEERE, en Hij zal u [50]onderhouden; [51]Hij zal in eeuwigheid niet toelaten, dat de rechtvaardige wankele. 48. David spreekt hier zichzelven en alle gelovigen aan. 49. Hebr. uwe gave, of uw geven; dat is, in al uwe bekommernissen en zorgen, [gelijk de apostel Petrus dit woord gebruikt, 1 Petr.5:7], gelijk gij gaarne wildet dat u dit of dat mocht gegeven worden, al denkende op geven, naar den eis van uw gebrek of nood, zo beveel zulks alles uwen hemelsen Vader, die zal u geven wat u zalig is; of uwe gave; al wat Hij [de Heere] u geeft, wat van Hem aankomt; dat is, wat Hij u toeschikt, toezendt, dat werpt gij weder op Hem, vertrouwende dat Hij u zal ontlasten, verlichten en ene uitkomst geven, die tot zijne eer en uwe zaligheid sterkt. Verg. hfdst.22 vs.9. Anders, uw pak, of uwen last; doch deze betekenis wordt in de Heilige Schrift niet gevonden. 50. Of, voeden; gelijk het Hebr. woord elders gebruikt wordt; zie Ruth 4:15. 51. Hebr. Hij zal niet toelaten in eeuwigheid de wankeling, den [of des of, voor den] rechtvaardige. Verg. hfdst.15 vs.5.